De term klimplant kennen we allemaal wel. Dat is namelijk een plant die omhoog klimt langs een muur, schutting, hekwerk, draden of pergola. Een slingerplant is een klimplant die omhoog 'slingert', maar hoe werkt dat precies? En hoe klimmen andere klimplanten?
Hoe een slingerplant klimt
Bovenaan een slingerplant groeien er lange, dunne takken. Deze takken winden zich om een paal- of (in de natuur) stam heen. Zo 'klimt' de slingerplant omhoog, zondat dat de takken sterk genoeg hoeven te zijn om zichzelf te ondersteunen.
Links- of rechtsom
Een klimplant slingert altijd dezelfde richting op: dit is genetisch bepaald. Een slingerplant van hetzelfde ras zal dus ook altijd dezelfde kant op klimmen. Natuurlijk is er wel een verschil tussen verschillende soorten klimplanten: sommige slingeren met de klok mee, en andere kiezen ervoor om de andere kant op te slingeren.
Hop en kamperfoelie slingert altijd met de klok mee. Kiwi, chocoladerank, winde en bonen altijd tegen de klok in.
De amerikaanse blauwe regen (Wisteria frutescens) groeit tegen de klok in, maar de japanse blauwe regen (Wisteria floribunda) groeit met de klok mee.
Klimmen ondersteunen
Het is hiervoor wel belangrijk dat de klimplant een stevige basis heeft om dit te doen. Een slingerplant kan niet klimmen op een gladde muur of schutting. Bij voorkeur simuleer je de natuurlijke omgeving van een klimplant: een andere boom. Een echte boom is geen goed idee, aangezien slingerplanten vaak flinke schade kunnen toebrengen aan de boom. De klimplant ontneemt de boom van zonlicht, waardoor deze niet tot nauwelijks meer groeit en zelfs dood kan gaan.
Draden of stokken
Wat wel aan te bevelen is, is om de slingerplant één centrale paal of regenpijp te geven als uitgangspunt. Hier vandaan kunnen draden of stokken gebruikt worden om 'zijtakken' van de boom na te bootsen. De plant kan hier dan natuurlijk op klimmen.
Door de natuurlijke groei van een slingerplant is het vaak aan te bevelen om voldoende afstand te houden tussen de ondersteunende draden, met minimaal 50cm tussen horizontale liggers. Meer afstand houden kan natuurlijk altijd!
Door de groeiwijze zijn deze klimplanten ook zeer goed te gebruiken in pergola's, waar ze dus ook redelijk weinig ondersteunde draden nodig hebben. Let wel op: over de jaren kan het gewicht van deze klimplanten behoorlijk toenemen, dus zorg ervoor dat u draden of stokken gebruikt die dit gewicht aankunnen.
Bijbinden
Het bijbinden van een slingerplant is over het algemeen niet nodig. De klimplant wind zichzelf stevig vast zonder dat daar een mens bij nodig is. Wel zo handig!
Soorten slingerplanten
In de natuur zijn er veel verschillende soorten slingerplanten.
Enkele daarvan zijn ook geschikt voor het Nederlandse klimaat, zoals:
- Clematis
- Kamperfoelie (Lonicera)
- Blauwe regen (Wisteria)
- Hop (Humulus)
- Chinese bruidssluier (Fallopia)
- Duitse pijp (Aristolochia)
- Boomwurger (Celastrus)
- Akkerwinde (Convolvulus). Deze plant wordt beschouwd als onkruid.
En ook de volgende éénjarige planten:
- Dagbloem (Ipomoea)
- Diverse bonen (Phaseolus)
Natuurlijk zijn er ook enkele fruitplanten die groeien als een slingerplant:
Bekijk ons assortiment klimmende fruitstruiken
Slingerplant snoeien
Natuurlijk snoei je elke plant net anders, en het is verstandig om op te zoeken hoe je jouw slingerplant het beste snoeit. Je vindt bijvoorbeeld hier een snoeibeschrijving voor slingerende fruitklimmers:
Over het algemeen is de basissnoei voor al deze slingerplant hetzelfde:
- Verwijder dode en beschadigde takken, en snoei takken net boven een gezonde knop of zijtak.
- Snoei takken weg die de plant uit vorm brengen, of waar de klimplant verder groeit dan wat de bedoeling is.
Zorg ervoor dat je niet meer dan 1/3e van het totale oppervlakte van de plant wegsnoeit, om wilde groei het volgende seizoen te voorkomen.
Hoe andere klimplanten omhoog 'klimmen'
Er zijn 7 manieren waarop klimplanten kunnen klimmen:
- Slingerplanten, zoals hier beschreven staan.
- Zelfklimmers, die werken met zuignappen of wortels.
- Klimplanten met ranken aan de tak
- Klimplanten met ranken aan de bladeren
- Klimplanten die zich vastzetten door middel van doornen: 'ramblers'
- Hangplanten, zoals de klimaardbei 'Mrak'
- Buigzame planten zoals leifruitbomen
Zelfklimmers
Zelfklimmers zetten zichzelf vast door middel van 'zuignappen' of wortels. Hierdoor zijn ze ook geschikt om te laten klimmen over gladde/gladdere oppervlakken zoals schuttingen en muren.
Enkele voorbeelden van zelfklimmers zijn: Klimop (Hedera), Wingerd (Parthenocissu), Klimhortensia (Hydrangea petiolaris), Trompetklimmer (Campsis), Kardinaalsmuts (Euonymus fortunei), en Klokwinde (Cobaea scandens). Deze laaste is een éénjarige plant.
Ranken
Sommige klimplanten, zoals druiven, gebruiken 'ranken' om omhoog te klimmen. Veel mensen denken dat een rank een synoniem is voor een tak, maar dat is niet het geval. Het is een speciale tak waarmee de druif zich goed vast kan maken aan vertakkingen van een boom of draden/stokken bij een pergola.
Door zich met regelmaat vast te zetten aan een draad, tak of stok blijft de druif stevig op zijn plaats zitten.
Voorbeelden van klimplanten die groeien door middel van ranken zijn de eerder genoemde druif, wilde wingerd (Parthenocissus) en Passievrucht (Passiflora).
Druiven zetten zich door middel van ranken vast.
Ramblers
De naam 'ramblers' komt uit het engels en vertaald letterlijk naar 'zwervers'. Dit zijn klimplanten die zich vastmaken aan een ondersteuning met grote doornen. Dit zijn bijvoorbeeld de klimroos (Rosa), braam (Rubus fruticosus), vuurdoorn (Pyracantha) en winterjasmijn (Jasminum nudiflorum).
Hangplanten
Hangplanten zijn eigenlijk geen klimplanten, maar struiken waarvan de takken lang en dun genoeg zijn dat ze geschikt zijn om van een verhoging af te 'hangen', en op die manier een muur of schutting te bedekken. Voorbeelden hiervan zijn hangaardbeien (Fragaria), de kappertjesplant (Capparis) en Dwergmispel (Cotoneaster).
Buigzame planten
De laatste categorie is eigenlijk helemaal geen klimplant. Deze 'buigzame planten' kunnen beter leiboom genoemd worden. Dit zijn namelijk grote struiken en kleine bomen waarvan de takken goed buigzaam zijn. Hierdoor kan de boom zo worden gesnoeid en vastgebonden om een muur- of schutting mooi te bedekken. De boom steunt niet op de muur- of schutting maar heeft een eigen stam om de boom te ondersteunen.
Veel fruitbomen zijn geschikt om een leiboom van te maken. Denk bijvoorbeeld aan appels, peren, pruimen, kersen, kweeperen en abrikozen.
Ook enkele bessenstruiken zijn goed geschikt om te buigen en vast te binden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bramen en frambozen.
Meer informatie over leifruitbomen
Referenties
Foto van druivenrank "Rank van Solaris-druiven die groeien in de wijngaard van Chateaux Luna" (vertaald) door W.carter. CC0 1.0
Foto van wisteria op een pergola door GarethDWinter. CC BY-SA 4.0
Foto van kamperfoelie door Michel Langeveld. CC BY-SA 4.0
Foto van hop om lantarenpaal door Koenb. Publiek domein
Foto van klimop tegen een buitenmuur door Forest & Kim Starr. CC BY 3.0 US